De vreemde kostganger in dit politiebericht uit 1937 is Gerrit Achterberg, die op dat moment één bundel had gepubliceerd. Na de moord kreeg hij tbs. In 1938 belandde hij in het Rijksasyl voor Psychopaten te Avereest.
Voor zijn arts, vermoedelijk A.L.C. Palies, schreef hij tijdens zijn eerste dagen in Veldzicht een autobiografie. De twee pagina’s origineel handschrift van deze eigenaardige tekst zijn te koop. Citaat: ‘Contemplatie en concentratie van mijn geest deed mij wel zonderling schijnen voor wie nuchter en zakelijk het leven beziet. Om meer geestelijk leven te verkrijgen en beter in de massa te kunnen verloren gaan [mezelf aldus trachtend innerlijk een stilte te blijven verzekeren, waarin de poëzie zou willen blijven klinken] solliciteerde ik naar Den Haag en kreeg een aanstelling aan de Paul Krügerschool’.
Maar vreemd (?) genoeg nog niet verkocht, het is dus niet weggevlogen zoals ik dacht toen ik de betreffende cat. las.